Veel paarden worden rond voertijd onrustig. Ze worden ongedurig, zenuwachtig, boos tegen andere paarden en doen vaak ook boos tegen degene die voert. Niet echt een fijne situatie, zeker niet als je paarden lekker buiten staan en je dwars door die onrustige kudde moet om het hooi of emmertjes voer te verdelen. Zeker met het voeren van krachtvoer komt voernijd nogal eens voor. Soms kan het zelfs leiden tot gevaarlijke situaties. Lees hier hoe je omgaat met slechte tafelmanieren.

Ideaal gezien voedt iedereen zijn eigen paard op, wat tafelmanieren betreft. Dat wil zeggen: je zorgt dat je paard niet in je ruimte komt tijdens het voeren, wacht tot de emmer of het hooi goed en wel klaar staat, niet bedelt en niet uithaalt, bijt of lelijk kijkt naar degene die voert. Helaas is niet iedereen zich bewust van de oorzaak en de gevolgen van slechte tafelmanieren of voernijd.

Tips & tricks voor goede tafelmanieren

1. Zorg altijd voor voldoende ruwvoer. Een paard is erop gebouwd om de hele dag door kleine beetjes te eten. Wil je niet helemaal onbeperkt voeren, maar toch zorgen dat ze er zo lang mogelijk over doen? Voer dan in slowfeeders met kleine mazen, idealiter op meer plaatsen dan er paarden zijn. Behalve dat de hele kudde rustiger zal zijn als er altijd genoeg ruwvoer is, zullen ze ook minder hebberig zijn als je krachtvoer komt geven. Dat komt je veiligheid niet alleen ten goede, ze zullen ook minder schrokken (=beter voor de maag!).

2. Neem een stick of zweepje mee als je gaat voeren. Niet om paarden zomaar mee weg te meppen, maar om je eigen ruimte te verdedigen. De paarden mogen niet binnen de straal van je zweepje komen! Dan kun jij rustig voer uitdelen.

3. Voer krachtvoer indien mogelijk apart en/of op verschillende momenten. Als elk paard een eigen plekje heeft waar hij ongestoord kan eten scheelt dat onrust, omdat ze zich niet druk hoeven maken over kapers op de kust. Een andere optie is dat de eigenaar zelf zijn eigen paard voert buiten de paddock, ook op die manier omzeil je onrust in de groep.

4. Leer de paarden wachten tot je klaar bent met het hooi of krachtvoer in de bak doen. Neem weer dat zweepje of die stick mee en houd ze op afstand tot je helemaal klaar bent. Op een gegeven moment wordt het gewoonte voor de paarden om even te wachten.

5. Leer de paarden beleefd zijn. Geen platte oren, geen dreigementen, gewoon netjes wachten. Zet de bak (of het hooi) neer, houd het paard op een klein afstandje en wacht tot hij, al is het maar een seconde, stopt met dreigen of lelijk kijken. Dan loop je bij het eten weg en mag het paard erbij. Ze hebben vaak snel door dat ze eerder mogen eten als ze beleefd zijn.

In het begin zul je misschien ietsje langer bezig zijn met voeren om alle paarden buiten jouw ruimte (en de kruiwagen) te houden, maar paarden zijn gewoontedieren. Als ze eenmaal gewend zijn om te wachten en beleefd te zijn zal het voeren weer een stuk sneller gaan. En met minder frustraties van mens en paard bovendien!

Heb jij nog tips om voernijd te voorkomen? Laat het weten!