De teugels zijn niet bedoeld om mee te sturen, dat weten we wel… Maar wat gebeurt er als jij de teugels los laat? Blijft je paard keurig op de hoefslag of verandert hij in een ongeleid projectiel? Dat laatste kan best frustrerend zijn, als je keer op keer moet zeggen: ‘Blijf nou eens op de hoefslag.’ Vooral met jonge paarden kan dit nog wel eens een euvel zijn. Tijd om het de verantwoordelijkheid van je paard te maken! Hierbij vijf tips om ervoor te zorgen dat je paard op de hoefslag wíl blijven.
1. Cornersgame/point to point
Cornersgame en point to point zijn twee Parelli-oefeningen. Je kunt ze ook goed combineren. Zet in de hoeken van de bak een ton of oud olievat neer en leg er een brokje op. Rij met je paard van hoek naar hoek en laat hem daar het brokje opeten. Wedden dat hij in no time heel graag rechtuit naar de volgende hoek gaat? Zodra hij dat doorheeft kun je gaan variëren. Bijvoorbeeld door een figuur te rijden en daarna te stoppen, of er eens één over te slaan. Zorg dat de tijd tussen de stops steeds iets langer wordt. Uiteindelijk stop je er enkel nog als uitzonderlijke beloning.
2. Cirkels
Wijkt je paard van de hoefslag af, vraag hem dan één keer met een hele lichte hulp om terug te gaan naar de hoefslag. Als je niet direct reactie krijgt of hij valt daarna direct terug naar binnen, maak dan een cirkel van ongeveer tien meter (of iets groter of kleiner). Het moet niet een te makkelijke cirkel zijn voor de grootte van jouw paard. Vervolg daarna de hoefslag weer. Herhaal dit zovaak als nodig, rij desnoods de cirkel ook sneller of een gang hoger. Het is de bedoeling dat je paard door krijgt dat hij juist éxtra moeite moet doen als hij van de hoefslag af gaat en dat de hoefslag de energiebesparende optie is.
3. Balkjes
Leg een aantal balkjes langs de hoefslag, evenwijdig aan de bakrand. Paarden volgen van nature graag een duidelijke ’trail’, want dat is de makkelijkste looproute (daarom is het zo’n duidelijk uitgesleten route geworden). Door de trail cq. hoefslag te verduidelijken met balkjes wordt het voor je paard natuurlijker om dat pad te volgen. Laat openingen op de plaatsen waar je van de hoefslag af zou willen om een figuur te rijden.
4. Let op je hulpen
Als je je paard terug vraagt naar de hoefslag, maar eigenlijk geldt dit voor elke vraag die je je paard stelt, let dan goed op je hulpen. Begin ten allen tijde met een zo licht mogelijke hulp. Pas bij geen reactie maak je je hulp iets groter en duidelijker, net zo lang tot je reactie krijgt. Door altijd met een lichte hulp te beginnen, geef je je paard altijd de kans om daarop te reageren. Dat is erg belangrijk om te voorkomen dat je paard slecht aan de hulpen wordt. Deze tip kun je bij alle bovenstaande tips gebruiken.
5. Niet micromanagen
Laat je paard de ‘fout’ maken voor je hem corrigeert. Geef je paard verantwoordelijkheid over zoveel mogelijk dingen. Leer hem om zelf te kijken waar hij zijn hoeven neer zet bijvoorbeeld (een stuk veiliger!). Ook de gang behouden is zijn eigen verantwoordelijkheid, evenals de richting (links of rechtsom). Als je gaat micromanagen, dus corrigeren voor elk minuscuul dingetje, stopt je paard op den duur met nadenken. Jij doet het namelijk al voor hem. Corrigeer dus niet meteen als alleen zijn neus nog maar naar binnen wijst, maar pas als hij met zijn schouders van de hoefslag af is gekomen (door één van bovenstaande tips één uit te voeren). Daar leert hij uiteindelijk meer van.
Heb jij een paard wat moeilijk zelf op de hoefslag blijft? Ik ben benieuwd hoe het je vergaat met deze tips. Laat in een reactie weten hoe het ging! Ook andere tips zijn natuurlijk van harte welkom.