fbpx

Maneges hebben het zwaar te verduren de laatste tijd. Stallen zijn te klein, weidegang te beperkt, contact met soortgenootjes gelimiteerd. De natuurlijke omgang met paarden inclusief een kritische kijk op huisvesting is al een tijdje aan het boomen. Positief voor onze viervoeters, iets minder positief voor de klassieke stallingen.

Ik had geen benul wat voor invloed een stalleven op mijn pony had, tot ik hem verhuisde naar een wei. Je kent pas de impact van iets, als datgene ook effectief werkelijkheid wordt. Toen hij op de weide aankwam en besefte dat dit zijn plekje zou worden, zag ik hem transformeren naar de beste versie van zichzelf. Ik wist niet dat hij nog meer zichzelf kon zijn dan hij al was, en toch zie ik hem elke dag meer ‘Cyaan’ worden.

Met bovenstaande alinea lijkt het alsof ik een hele preek ga afsteken over het natuurlijk huisvesten van je paard. Niets is minder waar. Mijn lieve Cyaan heeft jarenlang op een manege gestaan en hoewel hij gelukkiger is op de weide, teken ik ervoor dat hij niet ongelukkig was op de manege. Ik trouwens ook niet.

Niet elke manege is hetzelfde en dat durven we soms wel eens te vergeten. Toegegeven, er spelen zich schrijnende taferelen af. Verschrikkelijke taferelen die geen enkel paard zou mogen meemaken. Plekken waar ze letterlijk in hokjes leven en als machines met een aan- en uitknop behandeld worden.

Maar, er zijn er ook andere. Maneges waar de paarden in één grote kudde leven, of in meerdere kleine kuddes. Plekken waar de paarden wél voldoende naar buiten kunnen, om lekker paard te kunnen zijn. Plaatsen waar paarden écht gerespecteerd worden en zo goed mogelijk behandeld worden naar wat ze zijn: verschrikkelijk leuke levende wezens.

Huisvesting is belangrijk. Net als wij op een plek willen wonen waar we ons goed, gerespecteerd en vrij voelen, moeten we onze paarden dat ook gunnen. Maar het is niet alles. Voor mij is het niet zwart-wit. Een paard in een stal is niet per se ongelukkig, net als een paard op de wei even goed ongelukkig kan zijn of minder goed behandeld kan worden.

Extreme voorstanders van paddock paradises zouden stellen dat ik niet van mijn paard houd, simpelweg omdat hij jarenlang in een stal gestaan heeft. Dat is niet fair. Ondanks dat hij in een stal stond, heb ik hem altijd zoveel mogelijk als paard behandeld. Er zijn zoveel factoren waar men rekening mee moet houden.

Ik ken paarden die opgebloeid zijn buiten, maar ik ken ook paarden die in een grote kudde ongelukkig waren en rust vonden op een manege. Ik ken maneges die het wél goed doen (of toch zeker zo goed als mogelijk) en ik ken maneges waar ik liever vandaag als morgen de deuren zie sluiten.

Niet alleen ieder mens is uniek, ook ieder paard. En een paard blijft een paard, met nood aan vrijheid, rust en een zo natuurlijk mogelijke huisvesting. We moeten er alleen rekening mee houden dat dit thema niet zwart/wit is. In dit geval telt “50 tinten grijs” meer dan ooit.