fbpx

Ik ben nog ‘maar’ 21 jaar oud, nog bijna een kind zou je zeggen. Toch voelt het soms alsof dat kind al lang in haar eeuwige bedje ligt. Op een heel nostalgisch moment, mis ik dat kind soms. Alsof ze verdwenen is, maar als ik heel eerlijk ben, zit ze nog steeds diep van binnen. Dat kleine meisje, met een veel te lelijk kapsel, dat zich niets aantrok van de wereld. Het kleine meisje dat letterlijk álles aan kon.

maaike vermeir, columnSoms romantiseer ik haar, alsof zij beter was dan ik nu ben. Soms wou ik terug voor een momentje haar zijn, alsof ik nu opeens iemand anders ben. Ergens ben ik ook iemand anders geworden, wijzer, ouder, groter, ik heb m’n haren iets beter leren controleren, ik heb watertjes doorzwommen en mooie successen beleefd. Ik ben iemand anders, maar ik ben ook nog steeds dat kleine kind.

Ik vraag me af, waarom het dan soms zo moeilijk is, om dat kleine kind nog één keer naar boven te halen. Ik ben me veel bewuster geworden van alles wat ik doe de laatste jaren, zowel met als zonder mijn pony. Bewustzijn is goed, heel goed zelfs, maar soms kan het ook voor een soort geremdheid zorgen.

Bij mij toch alleszins. “Is dit wel de juiste manier?”, “Zou ik dit zo wel doen?”, “Is dit niet wat teveel van het goede?”, “Zag ik daar nu een iets andere blik in zijn ogen?”, “Wat zou iemand anders hiervan denken?”. Wat goed is, want hoe je paard zich voelt, hoe hij reageert en wat hij jou vertelt is van onwijs groot belang. Dat moet gehoord worden en daar moet je iets mee doen.

Maar soms kan je ook problemen gaan zoeken, waar er geen zijn. Toevallig één van mijn grootste specialiteiten. Zulke gedachten beperken je, en indirect ook je paard. Dat bewustzijn is goed, maar héél af en toe, hoe oud je ook bent, moet je eens gek doen. Eens in de zoveel tijd, moet je je sprong in het diepe nog eens wagen. Geloven dat je alles aan kan en je paard net hetzelfde vertrouwen geven.

Misschien gaat het goed, misschien gaat het fout. En dat is net waar het om gaat. Je leert door te doen en door fouten te maken. Je leert door te zijn, te proberen en te leven. Ik ben heus wel blij met de persoon die ik aan het worden ben, maar oh wat ben ik soms jaloers op de onbevreesde Maaike die ik ooit was.

De zorgeloze Maaike, die in alles geloofde. Wou ze springen, dan ging ze gewoon lekker springen. Wou ze door de plassen gaan crossen, dan ging ze dat gewoon doen. Zonder daarbij na te denken of dat wel de meest juiste beslissing was en of dat wel sociaal acceptabel was. Ze ging gewoon plezier maken en haar Cyaantje, die deed gewoon vrolijk mee.

De volgende keer dat het kind in mij nog eens naar boven wilt komen, probeer ik haar eens niet de mond te snoeren, met allemaal realistische, volwassen tegenargumenten. Ik laat haar nog eens gewoon kind zijn, want is dat niet wat we allemaal willen? Gewoon nog eens kind kunnen zijn?