Ben je al snel uitgekeken op de vier hoeken van je rijbak? Of is je paard moeilijk te motiveren in de bak? Waarom dan niet wat fysieke training tijdens een buitenrit?! Veel mensen vinden dat het voor een paard ook leuk moet zijn als ze buiten rijden, maar dressuurmatig trainen hoeft helemaal niet vervelend en saai te zijn, integendeel. Buiten kun je je paard op een leuke manier aan het werk zetten, zonder dat het op werk lijkt, door steeds korte stukjes te vragen heb je ook nog voldoende ontspanning tussendoor.
In dit artikel worden een aantal oefeningen beschreven die je op een buitenrit kan doen en die niet alleen je paard, maar ook de band met je paard sterker zullen maken. Want samen aan een gezond en fit lijf werken is niet alleen goed, maar ook hartstikke leuk om te doen! Bovendien heb je zo een doel, en dat maakt je ook nog eens een betere leider in de ogen van je paard.
– Om te beginnen zorg je dat je paard netjes het pad of spoor volgt waar jij wil rijden, als je paard van het pad af dwaalt zet je hem/haar weer netjes terug in de lijn die je aan het rijden was. Soms moet dat heel vaak voor een paard door heeft dat het volgen van het pad echt de makkelijkste optie is. Nu kun je geïrriteerd raken dat je paard steeds afdwaalt , maar je kunt ook denken ‘wat fijn dat we op deze manier vaak kunnen oefenen!’ Veel paarden vinden het niet zo boeiend dat ze steeds teruggestuurd worden, dus maak hier een moeilijke en tegelijk nuttige oefening van. Vraag je paard zijwaarts terug naar het pad, of zet de voorhand om richting het pad. Zo maak je de gewenste richting de makkelijkste voor je paard. Wees creatief en gebruik het in je voordeel, op deze manier train je je paard mentaal en fysiek.

Foto: Maybel Pictures
– Als je afspraken hebt gemaakt over de richting kun je je richten op het tempo, buiten heb je alle ruimte voor een hele serie overgangen en tempowisselingen achter elkaar. En soms helpt een beetje meer tempo je ook om richting te houden, dus gebruik dat ook als je voorgaande oefening aan het doen bent. Want zonder impuls kun je geen rechte lijn maken! Maak van je overgangen ook een spel, hoe snappy (vlot en licht) reageert jouw paard? Kan het nog lichter? Of maak ze zo vloeiend mogelijk, visualiseer dat jullie samen als een rollend wiel zijn die van snel naar langzaam en weer naar snel rolt. En voor nog een beetje meer uitdaging, voeg ook achterwaarts toe aan je overgangen. Eerst achterwaarts-stap, maar uiteindelijk ook achterwaarts-galop en dan het liefst in de galop die jij verkiest. Zo hou je het bekkengebied soepel en maak je de achterhand sterker.
– Waar je al heel makkelijk grote winst mee kunt halen is om te zorgen dat je alles gelijk doet, en daarmee bedoel ik dat je alles wat op twee kanten kan aan beide kanten evenveel doet. Dus op beide ‘benen’ lichtrijden (niet alleen je favoriete kant) en zowel linker- als rechtergalop vragen. Als jij of je paard een favoriete kant hebben, zorg dan dat je juist de andere vaker doet om die te verbeteren.
– Stel je wil van de weg de berm in (of gewoon meer aan de kant rijden), of andersom. Normaliter stuur je dan de voorkant van het paard en de rest volgt, maar je kunt je paard ook zijwaarts naar de gewenste plek vragen. Zo grijpt het voorbeen (die in de rij-richting gaat) naar buiten en opent op deze manier de schouder, en daarbij stapt ook het ene achterbeen mooi onder terwijl het andere naar buiten stapt. Wat weer goed is om het SI gewricht soepel te houden.

Foto: Maybel Pictures
– Als je op een lang pad lekker aan het stappen/draven/galopperen bent, neem dan zo nu en dan je teugels wat op, vraag je paard een paar pasjes wat meer te verzamelen, laat het weer los en vraag je paard de hals te strekken. Even kort wat aanspanning en ontspanning, vervolgens rij je weer gewoon verder als je er niet te lang wil mee bezig wil zijn. Let er bij het halsstrekken wel op dat je paard niet op de voorhand duikt en dat het wel impuls blijft houden, anders is het eerder schadelijk dan dat het iets toevoegt. Om zeker te zijn dat je paard niet te ver zakt laat je de neus van je paard niet lager zakken dan kniehoogte (zijn eigen knieën, niet die van jou ;-)).
– Een stapje verder dan alleen de teugels opnemen, vraag je paard een paar pasjes te wijken voor het been op een wat breder pad. Eerst in stap, later ook in draf en galop. Leuk ook om af te wisselen van been; eerst wijken voor het rechterbeen, rechtstellen en een stukje rechtuit, en wijken voor het linkerbeen. In galop is dit helemaal leuk, in iedere galop beide kanten op wijken is best een uitdaging!

Foto: Maybel Pictures
– Kom je onderweg een heuvel tegen? Pak die dan even mee, dat is goed om de achterhand van je paard te trainen. Stap te makkelijk? Dan kun je natuurlijk ook in draf of galop de heuvel op en/of af. Of probeer het eens achterwaarts, zo train je de achterhand nóg een beetje extra en het is bovendien een leuke afwisseling.

Foto: Maybel Pictures
– Een rij bomen naast je pad? Gebruik ze als slalom! En dan niet gewoon er tussendoor stappen, maar echt mooie bochtjes met een correcte laterale buiging. Als dit goed gaat kun je ook de voorhand van je paard omzetten om de bomen heen. Of zet de achterhand om waardoor de voorhand automatisch meedraait (maar niet verplaatst!) en je dus van richting veranderd bent, vanaf hier kun je dan verder stappen tot je de boom voorbij bent en hetzelfde kunt herhalen. Er zijn nog tal van variaties op een slalom, zijwaarts tussen de bomen door, of een stukje appuyeren. Wees creatief!
Er zijn vast nog veel meer leuke oefeningen te bedenken buiten, als je eenmaal creatief aan de gang gaat met dressuur zijn de mogelijkheden eindeloos! Heb je zelf nog leuke ideeën die hier niet bij staan? Ik hou van nieuwe ideeën, dus schroom niet en schrijf ze in een reactie onder dit bericht!

Foto: Maybel Pictures