fbpx

Sinds kort mag ik wekelijks met het paard van een goede vriendin aan de slag, om hem een grondwerkbasis te geven. Hij is een drie jaar oude hengst en woont pas sinds juni 2015 in Nederland. Voor die tijd heeft hij drie jaar lang in een kudde geleefd in Portugal. Een onbezorgd paardenleventje dus! Behalve dat hij er prachtig uit ziet, heeft hij ook een erg leuk maar zeer gevoelig karakter. Zijn naam is ook veelzeggend: Hecatonquiros, wat zoveel betekent als: een God van de Overwinning. Toch zit er ook een onzeker kantje aan. Een uitdaging om mee te werken. In deze blog beschrijf ik één van mijn grondwerksessies met deze meneer.

Het begin

Als ik bij hem in de buurt kom met een touwhalster en leadrope zie ik hem denken: Nee, hier werk ik niet aan mee. Hij draait zich resoluut om en loopt van me weg. In plaats van dat ik hem probeer tegen te houden zeg ik: doe maar! En iets sneller graag. Hij is hier zichtbaar door verrast. Hij stopt aan de andere kant van de paddock en draait even zijn hoofd naar me toe. Ik sta even stil, als teken dat ik zijn signaal heb opgepikt, en loop daarna kalm richting zijn achterhand. Ik wil namelijk graag dat hij zijn achterhand omzet en mij recht aankijkt. Hij vindt het echter niet zo nodig en loopt liever nog verder weg. Prima hoor, ik loop net zo lang achter je aan tot je aan mij vraagt wat ik van je wil. Rustig aan, niet te wild. Ik kan hem niet ‘zomaar’ van me wegjagen en met veel energie achter hem aan zitten. Dan raakt hij namelijk al snel in paniek en kan hij niet meer nadenken. Maar als ik te weinig doe en té zacht blijf vindt hij het lopen aangenamer dan met mij mee gaan. Binnen een paar minuten is zijn interesse gewekt en blijft hij staan. Ik kriebel hem even en doe dan met rustige, voorspelbare bewegingen zijn touwhalster om. “Kom jongen, dan gaan we naar het kleine bakje.”

Normaliter, als het mijn eigen paard zou zijn geweest, zou ik misschien alleen halsteren, nog meer kriebelen, een worteltje geven, en het halster weer af doen. Dan zou ik het een uurtje later nog eens, op dezelfde manier, proberen. Met een paard dat ik train heb ik deze mogelijkheid nu eenmaal niet altijd. Omdat Heca nog zo groen is, heeft hij ook nog weinig ervaring met grondwerk. Ik hoop hem in te kunnen laten zien dat grondwerk heel prettig kan zijn. Hiermee bedoel ik dat hij zich zelfverzekerder of rustiger kan gaan voelen door de verschillende oefeningen.

Opbouwen

Zijn eigenaresse heeft een klein bakje (nog geen formaat longeerkraal), en een grote bak, die over een tijdje tevens gebruikt zal worden als paddock. Deze grote bak is nu nog dicht en Heca komt er alleen tijdens het grondwerken. We beginnen in het kleine bakje, met simpele oefeningen om elkaar af te tasten. Stoppen, mee lopen, achterwaarts, omdraaien… Heca vindt het spannend om tussen mij en de bakrand in te staan. Daarom aai en kriebel ik hem veel tussendoor om rust te creëren. Hij tast de grenzen ook constant af. Bij hem kom je niet weg met ‘halve hulpen’ of inconsistentie. Heca heeft het direct door als hij ermee weg komt als hij een oefening maar op halve moeite uitvoert en doet daarna nóg minder moeite. Goede leerschool voor mij, want ik ben ook liever ‘zacht’ dan ‘streng’, terwijl die twee prima samen kunnen. Streng maar rechtvaardig en zo licht als mogelijk.

Uitspattingen

Na wat aftasten, kleine stapcirkels en friendly games, gaan we de grote bak in. Direct merk ik aan Heca dat hij het spannend vindt. Hij krijgt een strakke mond en wil de adrenaline eruit bewegen. Ik heb mijn handen vol aan hem. Ik geef hem zo kalm mogelijk allerlei kleine opdrachten. Lopen, stoppen, achterwaarts, omkeren, achterhand verplaatsen… Zo kan ik, net als met een geschudde colafles, geleidelijk de spanning van hem af laten vloeien, hem laten nadenken en zijn koppie -voor zover dat gaat- bij mij houden.

Plots ben ik naar zijn smaak te rustig en zacht. Hij kan zijn adrenaline niet goed kwijt. Hij gooit met zijn hoofd, zet zijn hengstennek erop en rent met een paar flinke bokkesprongen een rondje om mij heen. Hmm, had ik hem meer moeten laten bewegen? In een seconde moet ik beslissen wat mijn volgende stap wordt. Hem een fase vier (=je laatste hulp als kleinere hulpen niet werken) geven en tot de orde roepen? Nee, dan stopt hij wel, maar dan is de spanning er nog steeds en zal hij snel nog zo’n uitbarsting hebben. Als compromis doen we ‘falling leaf’. Dat is een Parelli-patroon waarbij ik langzaam over de A-C lijn loop en hem halve cirkels laat lopen. Telkens als hij bij mijn schouder is, zet ik zijn achterhand naar buiten, en stuur hem daarna de andere kant op. Zo krijg je een patroon dat er van bovenaf uit ziet als een vallend blaadje, wiegend in de wind. We doen dit in stap. Zo heb ik voldoende controle over waar zijn lijf heen ging en kon hij toch bewegen.

Lesje lichtheid

jong paard, grondwerk, lessen

Heca na de falling leaf

Ik ben positief verrast dat Heca de oefening moeiteloos uitvoert. Niet dat hij het patroon kent, hoor, maar op al mijn lichaamstaal reageert hij direct. Dat is toch wel een groot voordeel van een paard wat zo lang door andere paarden is opgevoed in plaats van mensen; ze reageren feilloos op je lichaamstaal. Horsemanship is natural! Heca reageert soms ook vrij heftig. Voor hem is energie al snel te veel. Goed lesje ‘lichtheid’ voor mij. Na een paar keer heen en weer over de A-C lijn begint Heca steeds meer te briesen. Zijn hals en hoofd laat hij iets zakken en zijn mond wordt minder strak. Ik nodig hem uit om naar me toe te komen. Hij gaapt een paar keer en zucht eens diep, alsof hij wilde zeggen: Oh, het is hier toch niet zo spannend als ik dacht.

De afsluiting

Nu hij ontspannen is, is het een goed moment om af te sluiten. Ik doe nog een paar minuten friendly game met hem, met de stick en string. Daarna lopen we samen de bak uit, naar zijn vrienden toe. Het halster wil ik niet ‘zomaar’ af doen, ik wil dat hij daarover meedenkt, zodat hij niet alvast met zijn gedachten bij het hooi is. Ik vraag hem om zijn hoofd en hals iets in te buigen naar mij toe. Hij draait een beetje rond, maar staat daarna stil en wacht. Dan maak ik de knoop van zijn touwhalster los en laat hem van zijn neus glijden. Terwijl ik van hem weg loop zie ik dat hij nog even blijft staan en achterom kijkt. Hij oogt tevreden. Ik ben dat ook. Wat is hij toch een gaaf en leerzaam paard om mee te werken! Ik ben (natuurlijk) geen perfecte horsewoman en hij confronteert me met mijn leerpunten, waar ik dankbaar gebruik van maak. Een fijne sessie, vind ik!