Longeren is een goede manier om je paard vanaf de grond te gymnastiseren zonder dat hij ook nog gewicht hoeft te dragen. Maar góed longeren, dat is lastiger dan je denkt! Je hebt andere hulpen nodig dan in het zadel, maar je wilt je paard wel net zo ontspannen en over de rug hebben lopen. Hoe doe je dat? Met behulp van lichaamstaal! In deze blog leg ik de beginselen uit.
Eerst de basis
Voordat je gaat longeren helpt het om de basis goed te oefenen met je paard. Zorg dat je paard goed wijkt voor druk, óók voor indirecte (drijvende) druk. Kun jij zijn voorhand of achterhand verplaatsen door met je energie, vanuit je navel of borstbeen, te drijven? Het helpt ontzettend als je deze ‘afspraken’ van tevoren met je paard maakt. Leer jezelf ook aan om jezelf altijd op de juiste manier te positioneren ten opzichte van je paard. Wil je je paard laten versnellen, richt je dan achter het midden van je paard. En als je wilt vertragen, richt je dan op de schouders en hals. Is het tempo goed? Richt je lichaam dan ‘neutraal’ op het midden van het paard. Door hier goed op te letten voorkom je dat je hem per ongeluk afremt of aanspoort, terwijl dat niet je bedoeling is.
Laat je paard de ontspanning vinden
Zorg voor een goed, stevig touw. Zelf vind ik gewone longeerlijnen net wat te licht, onhandig en daardoor teveel ruis geven. Het gewicht van een leadrope kun je handig gebruiken als je een hulp wilt geven. Zet je paard op de cirkel, bij voorkeur niet in een longeerkraal. Zorg dat het touw doorhangt, maar niet op de grond komt. Kijk goed naar hoe je paard loopt. Spoort je paard? Dat wil zeggen: lopen zijn achterbenen op hetzelfde spoor als zijn voorbenen? Of loopt de voor- of achterhand net iets meer naar binnen of buiten? En welke kant kijkt je paard op tijdens het lopen? Bekijk ook het verschil tussen linksom en rechtsom.

Achterhand een stapje om. ©Fiona Dreezen
Ga vervolgens eens spelen met het verplaatsen van de voor- en achterhand op de cirkel, terwijl je paard stapt of draaft. Richt jezelf en indien nodig je zweep of stick op de schouder van je paard en drijf de voorhand een paar passen naar buiten (je mag erheen lopen om te drijven). Doe dit ook eens met de achterhand. Kijk na elke oefening wat er gebeurt met het lichaam van je paard. Komt er meer spanning of ontspanning? Gaat het sporen beter of slechter? Welke kant kijkt hij op? Je kunt ook vierkantjes longeren, waarbij je de voorhand steeds naar buiten drijft om rechtdoor te gaan in plaats van rond. Of juist waarbij je de achterhand opzij drijft als je de bocht in gaat.
Kijk ook eens wat overgangen en tempowisselingen doen met je paard. Wanneer kan je paard het meest ontspannen lopen? En wanneer begint hij juist spanning op te bouwen? En wat gebeurt er als je de bovengenoemde oefeningen doet in een hoger of lager tempo of een andere gang?
Door het paard deze verschillende bewegingen te laten voelen, gaat hij zelf zoeken naar een middenweg, waar hij in kan ontspannen. Je ziet dan dat ze (meer) gaan sporen, hun hals laten zakken en vaak ook beginnen te briesen. Hoe vaker ze deze ‘gulden middenweg’ vinden (tussen alle soorten scheef zit recht), hoe sneller ze hem ook vinden. Dat is uiteindelijk wat je wilt bereiken: een paard dat zélf de juiste houding weet te vinden, van waaruit je verder kunt werken. Zo kun je je paard gymnastiseren aan de longe. Als je meer van deze manier van longeren wilt weten, kijk dan eens filmpjes van Karen Rohlf.
Karen Rohlf legt in dit filmpje vanaf 1m37s eerst een stukje uit over de circling game (net even anders dan normaal longeren) en daarna over het gymnastiseren op de cirkel.
Hulpteugels?
Gebruik vooral geen hulpteugels als je je paard wilt gymnastiseren tijdens het longeren. Hulpteugels die aan het bit of de neus bevestigd worden, trekken bij iedere stap in de mond (of aan de neus). De hoofdhalshouding is namelijk geen star gegeven, maar beweegt ook op en neer en naar links en rechts. Hulpteugels hinderen die beweging. Ook wil je je paard niet in een houding dwingen (hoe los je teugel ook zit), je wilt ervoor zorgen dat je paard zélf een fijne houding vindt. Ontspanning die ze zelf vinden onthouden ze stukken beter dan een min of meer gedwongen houding. De enige hulpteugel die nog van enig nut kan zijn, is een halve pessoateugel, waarbij hij alleen achter de billen langs loopt, naar de longeersingel. Dat kan helpen voor meer bewustwording van de achterhand. Zodra je een pessoa echter door laat lopen naar de mond of de neus, wordt er bij iedere pas aan getrokken. Nog een voordeel van longeren zonder hulpteugels: je kunt alle feedback van je paard goed zien, omdat niets hem belemmert.
Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze blog? Laat het weten in een reactie! Ik antwoord altijd.

Ook oprichting is mogelijk zonder hulpteugels of ruiter erop.