Ik geloof dat paarden niet denken in “werk” en “rust”. Volgens mij denken ze in “leuk” en “stom”. En alles wat leuk kan zijn, kan ook stom zijn. Het ligt er maar net aan hoe je het brengt naar je paard toe. Zal rijden nog leuk zijn op een paard die het “stom” vind?
Elke dag kom ik bij m’n paarden, soms zelfs meerdere keren per dag. Ze herkennen het geluid van m’n auto. Nog voor ik in zicht ben voor de mensen op het erf, verraadt het gedrag van de paarden dat ik eraan kom. Gelukkig doen ze dat ook als ik niet op voertijd kom, maar rond etenstijd zijn ze wel altijd net ietsjes blijer om me te zien. Eerlijk is eerlijk.
Als ze weten dat ik er ben, worden ze ook begroet. Automatisch worden alle pony’s (er wonen er vier) begroet. Ik bekijk ze even, m’n ogen scannen hun lijf en benen. Als er aanleiding is voor verder onderzoek, doe ik dat gelijk. Zo niet, dan is er altijd eerst een klusje te doen. Mest ruimen, hooi halen, netten vullen of de waterbak schoon maken. Er is altijd wel iets te rommelen rond de paarden, zonder per direct met de dieren bezig te zijn. Klusjes doe ik eerst, dan heb ik gelijk even tijd om een plan voor de dag te maken en de rest van de dagelijkse beslommeringen van me af te laten glijden.
M’n pony’s wonen dag en nacht buiten. We beginnen meestal met borstelen, opzadelen of touwhalster om doen. Alles in rust, op tempo van het paard. Met een kriebel en een aai, want alles wat we doen is leuk. Naast met de borstel, wil ik ook gewoon elke dag zelf even voelen aan m’n paarden. Aan pezen, aan rug, aan het lijf. Hoe voelt ze vandaag? Spierspanning, warmere delen of juist koude plekken. Als je het lijf van je paard kent, weet hoe hij of zij hoort te voelen, dan vallen kleine verschillen op. Ik vind dat waardevol, ik wil graag weten wat er speelt, zowel fysiek als mentaal.
Opzadelen gebeurt los in de ruimte, want als er één weg loopt wil ik dat weten. Weglopen is niet de ‘bedoeling’, maar als ik ze vast zet weet ik niets. M’n pony’s mogen alles “zeggen”, dat is de afspraak die we hebben. Ik ben het niet altijd met ze eens, maar ze mogen alles zeggen en ik wil alles horen. Ik leg de singel losjes vast. Singelen gaat gaatje voor gaatje, soms met wat beweging tussendoor. Linkerhand op de schoft voor het zadel, rechterhand aan de singelstoot en rustig een gaatje erbij. Even rust, kriebeltje, even aan de andere kant kijken, pasje achteruit of juist opzij. Dan weer een gaatje aansingelen, stoot voor stoot met rust tussendoor. Hoofdstel omdoen tussen het aansingelen door, of de neckrope omknopen. Als stil staan moeilijk is, doen we wat losse oefeningen zoals stick to me of iets met draw naar me toe. Gericht op verbinding zoeken en maken, want dat is wat ik dadelijk vanuit het zadel ook wil. Als ik “groen licht” krijg, dus een paard met positieve expressie, dat (weer) stil kan staan, dan kan het aansingelen verder.
Ik stap graag op met een verhoging, meestal met het krukje of via de hooibak. In de ideale wereld gaat dat als volgt:
M’n wereld is niet altijd ideaal. Toch is stil staan tijdens het opstappen een harde eis. Kan paardlief niet stil staan, dan stop ik daar net zoveel tijd in tot het wel kan. Pasje zijwaarts, rondje om het krukje, rondje andere kant op om het krukje, stoppen en weer stappen. Kan je al stil staan? Nog niet, dan bewegen we weer, met lastige vragen en krappe bochtjes tot je bedenkt dat stil staan een heel goed idee is.
En dan zit ik, klaar om te rijden. Een aai op de hals, even rustig voelen en dan m’n teken om te vertrekken. Het begon allemaal vanaf het moment dat ik het erf op draaide, voor de pony’s zelfs nog daarvoor. Alle stappen tot hier horen “leuk” te zijn voor m’n paard. Het gaat over samen zijn en samen willen zijn van beide kanten. Dit is ons ritueel, onze stappen. Het gaat zo vanzelf, dat ik misschien zelfs wel het een en ander vergeten ben. Eigenlijk is alles erop gericht om elk onderdeel goed en positief te doorlopen. Paard krijgt de mogelijkheid om zichzelf uit te drukken, heeft een aandeel en een verantwoordelijkheid in elke stap. Mens heeft de supervisie, bekijkt of het paard ok is en door kan naar de volgende stap. Gericht op samenwerking en dat het vooral voor het paard ook leuk is. Ik wil niet dat ze het stom met me vinden , ik wil niet dat ze “werken”. Ik wil dat ze morgen ook hinniken als ze m’n auto horen. Ook als ze al eten hebben.
hee hee, ik heb een vraag de rechterhaflinger op jullie pagina heet die toevallig vieve in zijn paspoort?
mvg mirelle
Hoi Mirelle, ik ben weliswaar niet de auteur maar ken het paard wel. Die heet Wick (merrie) 🙂