Ik ben Parelli-student, ondertussen al meer dan een decennium. Ik “doe” geen Parelli, voor mij is Parelli zo verweven in alles wat ik doe dat het bijna vanzelf gaat. Als het dat niet gaat, val ik terug op de acht principes van Parelli. Ik leg de acht principes uit in een serie van acht blogs (lees hier de voorgaande delen). In deze blog leg ik principe vier uit: “Horses and humans have mutual responsibilities (4 each)”.
Principe 4: Ieder z’n eigen taak!
Paarden en mensen hebben verantwoordelijkheden volgens dit principe. Sterker nog, die verantwoordelijkheden zijn wederzijds. Ik naar mijn paard, mijn paard ook naar mij. Ik een setje taken, maar paardlief ook. Ieder van ons heeft vier taken naar de ander toe.
Laten we maar beginnen bij de kant van het paard:
- Gedraag je niet als prooidier
- Blijf in dezelfde gang
- Blijf in dezelfde richting gaan
- Kijk uit waar je loopt

“Gedraag je niet als een prooidier”
1. Een paard is een prooidier, maar volgens dit principe mag hij/zij zich niet zo gedragen. Zover het hele natuurlijke verhaal, want hier gaan we lijnrecht tegen de natuur van het paard in. Want ik ben en mens en een mens is een alleseter en eet paard! Of eigenlijk frikadellen, maar daar zit nogal eens paardenvlees in. Zolang het paard zich gedraagt als prooidier en dus vlucht, kunnen we geen gesprek voeren. Dus moet het vluchtinstinct (net als het kudde-instinct) even in de kast. Of eigenlijk omgebogen naar de nieuwe situatie.
2. Niets zo hinderlijk als rijden op een paard die je elke pas aan moet sporen. Soort van fietsen wordt het dan, maar met een meedenkt stuur. Blijf in dezelfde gang gaat over het niet versnellen of vertragen van de gang. Het gaat niet over tempo in de gang, da’s een verfijnd gesprek wat op een later moment gevoerd gaat worden. Een paard laten draven of galopperen op een cirkel zonder mee te draaien, voor vier rondjes bijvoorbeeld, is echt al een uitdaging zonder dat je ook nog eisen stelt aan de kwaliteit van de gang. Kan je paard dezelfde gang aanhouden zonder dat je hoeft te micromanagen?
3. Het paard bepaalt niet de richting, dat doe jij. Beweeg in dezelfde richting, totdat ik de richting verander, is eigenlijk een hele duidelijke basisafspraak. Zeker bij veel cirkels willen paarden weleens spontaan van richting veranderen. Bijvoorbeeld omdat ze de andere kant makkelijker vinden. Dat is meestal het punt waar de vier verantwoordelijkheden van de mens op de proef gesteld worden (daar komen we zo op).
4. Een dier wat gemaakt is om elk moment weg te kunnen rennen, zoals een paard, weet waar z’n voeten zijn. De verantwoordelijkheid ‘kijk uit waar je loopt’ gaat over het letten op zijn/haar voeten. Hoe groter de paniekvogel, hoe liever ik een ongelijke bodem heb bij grondwerk. Want zolang het paard bezig is met z’n hoeven, denkt hij na en blijft de ergste paniek weg. Ik ben gezegend met een agrarisch erf met diepe shovelsporen en greppels waar vaak water in staat. Een mooie gevlakte bak is fijn, maar paarden worden handiger en meer gefocust van hellingen, ongelijkheden mits je op gepast tempo werkt. Als je paard deze verantwoordelijkheid neemt is dat ook een stuk veiliger op buitenritten bijvoorbeeld. Dan hoef jij niet bij elke tak of kuil voor je paard te denken.
En dan naar de verantwoordelijkheden van de mens:
- Gedraag je niet als roofdier
- Heb een onafhankelijke zit
- Denk als een paard
- Gebruik je focus

“Hands that open quickly”
1. Een roofdier is een sluipend wezen, een roofdier is agressief, een roofdier kan je frustreren, een roofdier die niet krijgt wat het wil wordt boos. Gedraag je niet zo, als je paard geen paniekvogel mag zijn, mag jij geen sluipend, agressief roofdier zijn. Geen roofdier zijn zit vooral in je handen. Hoe heb je je leadrope vast? Leer jezelf om handen te hebben die langzaam sluiten, als een oplooprem, en snel te openen op het moment dat het paard de druk van de leadrope haalt. Een roofdier heeft snel sluitende klauwen die niet meer openen, dat wil je niet zijn. Wees een begripvolle partner voor je paard.
2. Een onafhankelijke zit is veel meer dan bovenop een paard zitten en meeliften. Deze verantwoordelijkheid voor de mens zorgt er eigenlijk voor dat je ernaar gaat streven om altijd een betere ruiter te worden. Ook als je alleen op een touwhalster buitenritjes maakt, is het hebben van een zit die balans en evenwicht creëert en onderhoudt onze taak naar ons paard toe. Ondertussen weet ik dat het werken aan een onafhankelijke zit leuk kan zijn en een bijna net zo’n wonderlijke reis is als het hele natural horsemanship zelf.
3. Zolang ik als mens met mijn paard praat zonder me te verdiepen in zijn behoeftes en gedrag, zullen we nooit echt communiceren. Ik zal me moeten inleven in het paard; proberen te begrijpen waarom hij reageert als prooidier, als kuddedier en als vluchtdier op de momenten dat dat gebeurt. Bijvoorbeeld snappen dat een paard letterlijk heel anders de wereld in kijkt, omdat z’n ogen heel anders geplaatst zijn in z’n hoofd. Begrijpen dat je veilig voelen, comfort, voldoende voedsel en spel belangrijk zijn voor paarden. En dan van paarden algemeen, maar het paard waarmee je bezig bent in het bijzonder. Vindt uit waarom jouw paard denkt zoals hij denkt en zich gedraagt zoals hij doet. Paarden denken anders dan mensen, hebben andere prioriteiten en kijken letterlijk en figuurlijk anders tegen de wereld aan. Aan ons om hun visie te trachten te snappen.
4. Door je gedachten te richten op een doel, maak je het makkelijker voor jezelf maar ook voor je paard. Het gebruiken van focus maakt dat je zonder optoming kan rijden, wat het paard volgt je focus. Maar ook geldt: focus bij het aanleren op het kleinste goede antwoord en beloon dat. Focussen voorkomt frustratie en zet het om in fascinatie.
Eén principe, acht verantwoordelijkheden, elk op zich al een levenslange taak. Welke vind jij het moeilijkst?
Interessant stukje!
Beste Horse in Mind,
WIj hebben een nieuwe pony aangeschaft, Bobby. Een heel lief paard, dat eht goed doet in onze kudde van een Tinker en een Shetlander. Hij heeft een goed karakter. Maar als je alleen met hem rijdt, buiten of in de bak en Morris (onze Tinker) is er niet bij, dan lijkt hij heel onzeker en bang. Daardoor rijdt hij niet fijn en maakt hij (letterlijk) gekke bokkesprongen. Eigenlijk wil hij dan zo snel mogelijk weer terug naar de kudde, lijkt het. Ook in de bak. Wij willen met hem springen, dat kan hij ook, maar als hij ziet dat Morris achetr in de wei staat lukt eht niet meer. Hij zoekt duidelijk veiligheid en geborgenheid van zijn ‘leider’ en als dat Morris niet is, moet dat zijn bereider natuurlijk zijn. Maar mijn dochter is 13 jaar en heeft nog niet de wijsheid en ervaring om dit tot goede resultaten te brengen. Kunnen jullie ons tips geven? Misschien een instructeur die ons kan begeleiden? WIj wonen in Noord-Limburg in het dorpje Well. Postcode: 5855 GA. Misschien een instructeur heir in de buurt, die een keer langs kan komen?
We horen het graag van jullie.
Fijne dag,
Patty Kessels