fbpx

Het hele paardrijden wordt zoveel makkelijker als je je handen vrij kan maken voor alleen de verbinding.

Elke zichzelf respecterende ruiter weet dat het bit (of de neusriem) niet is om te remmen of te sturen. Dat is voorbehouden aan beginnende ruiters en zodra je meer balans op de paardenrug hebt, ga je meer rijden en sturen vanuit je zit-, gewichts- en beenhulpen. Maar om dan ook daadwerkelijk het bit te vervangen door een touwhalster en dat touwhalster te vervangen door een neckrope is een heel ander verhaal.

Een neckrope is eigenlijk niets meer dan slechts een touwtje om de hals. Er zijn verschillende soorten in omloop, harde en zachte neckropes. Ik heb beide en eigenlijk gaat m’n voorkeur uit naar de harde. Toch heb ik in de praktijk vaak slechts een savvystring om de hals, uit gemakzucht.

Nou ben ik geen zestien jaar en ook niet stoer, dus ik heb niet op een wilde dag het hoofdstel afgedaan en ben ‘stuurloos en remloos’ gaan zitten. Nee, dat is keurig, stap voor stap, met zeer veel gevoel voor mijn eigen comfortzone gebeurd.

Ik ben begonnen met de neckrope naast de teugels, in een halve bak. Veel overgangen gereden, nadruk op de rem. Ik wil gewoon onvoorwaardelijk kunnen stoppen. Toen ik het gevoel een beetje had, durfde ik in de hele bak. Stappen, stoppen, stappen, draven, stappen, stoppen.

Na stap en draf met rem volgde sturen. Om het allemaal richting en doel te geven voor paardlief, gebruik gemaakt van obstakels. Twee hindernisblokken om omheen te cirkelen bijvoorbeeld, of vier polepods die mooi een slalom konden vormen. Omdat de teugels niet meer nodig waren, konden die wel weg blijven. Eén of twee sticks om mee te rijden vervingen de teugels. Omdat m’n pony wijkt voor ritmische druk, kan ik die sticks gebruiken om mee te sturen als zit- gewicht- en beenhulpen niet door komen. De sticks zijn de laatste hulp, dus daar moeten ze op reageren.

Hoe? Nadat ik heb gekeken waar ik heen wil, m’n navel heb gericht en m’n beenhulpen heb gegeven en er gebeurt te weinig, komt m’n stick naar beneden ter hoogte van m’n been. Echt naast me, vervolgens draai ik vanuit mijn pols kleine cirkels waardoor de stick cirkelend richting paardenneus komt. De stick is als een hek of een muur, die wijkt niet voor een paard. Dus óf het paard beweegt in ieder geval de neus weg van de stick, óf de stick raakt de tastharen en de volgende ronde tikt de stick tegen de lippen. Niet slaan, niet meppen en ook niet heel gericht, maar er komt ‘gewoon’ een stok aan gecirkeld en als je neus niet weg is raakt hij je. Dat is mijn intentie naar mijn paard.

De eerste keer was pony verbaasd, maar daarna was het duidelijk dan met die stick niet te onderhandelen is. Komt die stick, dan moet je weg. Al heel snel volgde het moment dat als ik slechts veranderde in m’n schouders, er ineens wel meteen een wending kwam. Punt gemaakt, vraag is duidelijk. Daarna volgde dat ik keek waar ik heen wilde. Paard reageerde niet, ik stak mijn stick naar beneden (nog niet richting de neus), waarop reactie volgde. Tegenwoordig bepaalt m’n blik (ondersteund met alle onbewuste fysieke hulpen die ik geef) de richting.

Toen ik me zeker voelde in stap en draf en ook met sturen, ben ik begonnen aan galop. Gestart met aangalopperen en gelijk weer draven, tot ik stoer genoeg was om te blijven galopperen. Sturen ging bijna als vanzelf, dus konden we met neckrope rijden.

Dat hele touwtje om die hals gebruik ik zelden om te sturen, soms als rem op het moment dat m’n zithulp niet werkt. Tijdens buiten rijden heb ik vaak de neckrope erbij hangen om te gebruiken als rem, zodat ik niet aan het hoofd hoef te trekken. De druk op de neckrope lijkt voor mijn pony’s duidelijker dan druk op de neus of in de mond, zeker in situaties waarin ze gespannen zijn.

op neckrope

Op neckrope met Wick

Op neckrope rijden is gelukt, met beide pony’s en zonder problemen. Omdat ik geen zestien lentes meer ben en een bangebroek, rij ik buiten de erfgrenzen met bit of touwhalster. Dat wil ik graag zou houden, buiten rijden op alleen een neckrope hoort niet bij mijn plannen.

De volgende uitdaging is in de bak rijden met een bit. Met behoud van alle zachte hulpen en als kers op de taart een verbinding met de mond.